De Vlaamse Regering keurde op 6 maart 2020 het voorontwerp verzameldecreet inzake mobiliteit goed. Het decreet werd niet voor advies voorgelegd aan de SARO. De raad formuleerde op eigen initiatief een advies over dit decreet.
SARO stelt vast dat het ontwerpdecreet sterk ingrijpt op enkele ruimtelijke strategische uitgangspunten zoals vastgelegd in het RSV, de strategische visie BRV en de VCRO. Het ontwerpdecreet voert onder meer een nieuwe categorisering in voor het wegen- en waterwegennetwerk. De huidige wegcategorisering is vastgelegd in het bindend gedeelte van het RSV. Het is voor de raad niet wenselijk dat - zoals zou blijken uit het ontwerpdecreet - de categorisering via een Besluit van de Vlaamse Regering uit het RSV zou worden geschrapt. Idealiter gebeurt dit via de opmaak van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, of een wijziging van het RSV zelf wanneer één en ander zeer dringend blijkt en er niet kan worden gewacht op het BRV. De bepalingen in artikel 91 van het ontwerpdecreet gaan bovendien volledig voorbij aan de betreffende samenhang en de aanpassing van het wegen- en waterwegennetwerk en de aangemelde ruimtelijke transitie die met het BRV wordt gegarandeerd.
Daarnaast formuleert de raad bedenkingen bij het dwingende karakter dat het ontwerpdecreet voorziet voor regionale mobiliteitsplannen ten overstaan van ruimtelijke plannen. De raad kan geenszins akkoord gaan met een dwingend karakter voor mobiliteitsplannen op regionaal en lokaal niveau die de mogelijkheid voor opmaak van een Vlaamse visie en de link met het ruimtelijke ordeningsbeleid ondergraaft.