advies verzameldecreet 2022

SARO ontving op 24 november 2022 een adviesvraag van minister Zuhal Demir over het voorontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake omgeving, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening. De raad bracht op 21 december 2022 advies uit over dit 'verzameldecreet'.

In zijn advies focust SARO op de voorgestelde wijzigingen aan de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De raad betreurt dat met het ontwerpdecreet enkele losstaande wijzigingen aan de VCRO worden doorgevoerd zonder dat er duidelijkheid is over het groter geheel. Verder formuleert de raad volgende strategische bemerkingen:

  • De raad kan het voorstel tot de opheffing van de mogelijkheid van gemeenten om via verordeningen vergunnings- of meldingsplichten in te voeren niet ondersteunen. De raad dringt aan op de schrapping van artikelen 74 en 75 in voorliggend ontwerpdecreet. Voka, UNIZO en Boerenbond nemen hierbij een standpunt in.
  • De raad kan de voorgestelde wijziging aan de afwerkingsregel niet goedkeuren. Het is positief dat de huidige afwerkingsregel wordt geschrapt maar het is totaal onaanvaardbaar dat met het ontwerpdecreet de afwerkingsregel wordt ingevoerd in de woonreservegebieden. Dit gaat immers volledig in tegen de doelstellingen van de strategische visie BRV en de beoogde ruimtelijke omslag.
  • De raad ondersteunt het principe van planologische compensatie. Planologische compensatie is evenwel een instrument dat gebruikt kan worden om de beoogde ruimtelijke omslag te realiseren; de concrete invulling van het BRV is echter nog niet gekend. Planologische compensatie is slechts één van de vele instrumenten die nodig zullen zijn om de beoogde ruimtelijke omslag te realiseren.
  • SARO heeft bovendien diverse bedenkingen bij hoe het principe van planologische compensatie wordt geconcretiseerd met voorliggend ontwerpdecreet. Het betreft zowel de  voorziene uitzonderingen die in het ontwerpdecreet worden ingevoerd ten aanzien van het algemene principe van planologische compensatie als de vraag naar gelijktijdigheid en compensatie binnen het grondgebied van de plannende overheid. Tot slot wijst de raad ook op de financiële impact. Voka en UNIZO nemen hierbij een standpunt in.
  • Het ontwerpdecreet (artikel 83) voert de mogelijkheid in om zonevreemde functiewijzigingen te regulariseren. SARO erkent de problematiek en erkent dat hiervoor een oplossing moet worden uitgewerkt vanuit het oogpunt van het waarborgen van rechtszekerheid. De raad vindt het evenwel geen goede zaak dat met voorliggend ontwerpdecreet wordt geopteerd voor het invoeren van een generieke regeling in de VCRO. De raad dringt er op aan dat de regularisatie enkel van toepassing is voor de situaties die op de datum van inwerkingtreding van de regelgeving reeds bestaan. De raad benadrukt bovendien dat de regeling indruist tegen de adviezen van de Taskforce Bouwshift naar het inperken van zonevreemde functiewijzigingen/beperken ruimtebeslag in het agrarisch gebied.
  • De raad vindt het positief dat het ontwerpdecreet verdere stappen zet in het digitaal voor het publiek ter beschikking stellen van alle documenten van de aanvraag van een omgevingsvergunning via het Omgevingsloket. Dit zal leiden tot meer transparantie van de besluitvorming en klantvriendelijkheid.