BESCHERMING ONROEREND ERFGOED

Het beschermen van onroerend erfgoed kent in Vlaanderen een lange traditie. Het eerste wettelijke kader hiervoor dateert van 1931. Deze wet voorzag in het beschermingsproces reeds een adviesrol voor een onafhankelijke commissie. Sinds 2015 neemt de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed deze adviesrol op.

Adviseren over het behoud en de bescherming van onroerend erfgoed is aldus één van de kerntaken van de commissie. Zij vervult daarnaast ook een adviesrol in geval van wijziging of opheffing van een bescherming.

bescherming van onroerend erfgoed

De Vlaamse Regering kan een archeologische site, monument, cultuurhistorisch landschap, stadsgezicht of dorpsgezicht beschermen als het omwille van de erfgoedwaarden van algemeen belang is. De beschermingsprocedure omvat twee stappen: een voorlopige en een definitieve bescherming.

De commissie wordt verplicht voorafgaand aan de voorlopige bescherming om advies gevraagd. Voor haar beoordeling baseert de commissie zich op een inhoudelijk beschermingsvoorstel en op een ontwerp van beschermingsbesluit, inclusief afbakeningsplan, fotoregistratie en eventuele lijst van cultuurgoederen. De commissie kan aldus haar bemerkingen formuleren nog voor er een beslissing tot bescherming wordt genomen en de rechtsgevolgen van kracht gaan. Vervolgens beslist de Vlaamse Regering over de definitieve bescherming van het voorlopig beschermd onroerend goed. Hierbij kan zij opnieuw het advies van de commissie inwinnen.

opheffen of wijzigen van een bescherming als onroerend erfgoed

De Vlaamse Regering kan een besluit tot definitieve bescherming ook wijzigen of opheffen. Dit kan slechts in een beperkt aantal gevallen. Ook de opheffing of wijziging verloopt in twee stappen. In geval van een voorlopige opheffing of wijziging is de Vlaamse Regering verplicht om de commissie voorafgaand om advies te vragen.